Sonatine (Takeshi Kitano, 1993)
Yakuza en slapstick lijken voor Kitano de vaste combinatie te zijn waar hij keer op keer op terug valt, en waarbij hij steeds zelf het nukkige hoofdpersonage vertolkt. In Sonatine zijn het wederom het minimalistische geweld, de gortdroge humor en de elliptische verhaalvertelling die de stijlkenmerken vormen binnen Kitano's excentrieke idioom.
Dit keer speelt 'Beat' Kitano een bendelid, die nadat hij bedrogen is door zijn baas, naar een afgelegen eiland vlucht met zijn clan. Daar doden ze de tijd met vreemde en soms gevaarlijke spelletjes, tot op een gegeven moment de tijd aanbreekt om terug te keren voor de afrekening.
Waarbij
Hana-bi (Fireworks) (1997) meer het geweld en de wereld van de Yakuza de boventoon voerde (en er een sterkere dramatische tendens gold), en de roadmovie
Kikujirô no natsu (1999) een aardige voortbouwing was op de slapstick humor, valt Sonatine een beetje tussen beide in. Het verhaal is zo ontzettend klein en minimaal in zijn uitvoering van karakters en ontwikkelingen, dat hierdoor net iets te veel inlevingsvermogen wordt verwacht van de kijker om deze originele kijk op het gangster-genre makkelijk te kunnen accepteren. Ook het verrassende vermogen in de vertelling lijkt soms een beetje op te raken als stijlkenmerk. Deze herhalingen van stijl en vertelling in het werk van Kitano lijken er zo zeker hun nadelen op na te houden. Sonatine mist de nodige structuur en empathie van zijn latere werk, maar Sonatine is voor Kitano's zo herkenbare stijl (zijn vorige drie films nog niet gezien), wellicht de blueprint te noemen.
6+