Ik zou Helsen nog niet meteen afschrijven hoor, zijn persona in Dirty Mind is niet echt te vergelijken met zijn cabaretwerk. Verder ben ik het er dus niet mee eens dat Linkeroever minder is, integendeel zelfs. De plotafwikkeling is slecht, maar sfeerschepping en het camerawerk waren uitstekend. Nu, niet iedereen lust zo’n j-horror à la Dark Water, dus ik kan het me nog voorstellen dat het verkeerd valt of teveel kopie lijkt.
Verder:
De Witte (1934, Jan Vanderheyden)

Jan Vanderheyden verfilmde het scenario dat zijn echtgenote, de in de UFA gevormde Edith Kiel, had geschreven naar het gelijknamige werk van Ernest Claes. Later zouden ze de rollen omdraaien en zou Kiel meer op de voorgrond treden als regisseuse. Kiel & Vanderheyden werden spilfiguren van de Antwerpse filmproductie in de jaren ‘30 & ’50 (na de oorlog verbleven ze een tijd in West-Berlijn, omdat het klimaat in België niet zo gunstig was voor de Duitse Kiel). Ze specialiseerden zich vooral in volkse komedies, die vaak goed bekeken werden, maar die even vaak werden neergesabeld door de pers.
Vergeleken met andere internationaal bekende films uit de jaren dertig valt De Witte wat bleekjes uit: het is immers ‘maar’ een aaneenschakeling van kluchtige situaties rond sympathieke belhamel De witte (Jefke Bruyninckx) en een (tot ongenoegen van Ernest Claes toegevoegde) liefdeshistorie die weinig boeiend is en die aan de gang wordt gehouden door misverstanden niveau FC De Kampioenen.
Maar De Witte is als eerste Vlaamse filmproductie en een van de allereerste Vlaams gesproken films nu eenmaal een icoon uit onze filmgeschiedenis. Nog steeds kent iedereen de scène waarin de Witte zijn kleren kwijtspeelt als hij met zijn makkers gaat zwemmen, de scène met het zout op de patatten, of het naspelen van de Leeuw van Vlaanderen met een korset als harnas. Die koldergedeelten bleven ook bij een hedendaagse kijkbeurt toch nog wel goed voor een brede glimlach.
Robbe de Hert draaide in de jaren ’80 nog een remake naar hetzelfde verhaal van Ernest Claes, waardoor de figuur van De Witte nog wat sterker in het collectieve geheugen gegrift staat.
Panique au village (2009, Stéphane Aubier & Vincent Patar)
Heerlijk nonsensicaal tussendoortje. geschikt voor alle leeftijden. Pas tegen het einde aan gaat het té zeer over the top. Ik wilde de originele versie zien, maar ik heb me zeker niet beklaagd dat ik uiteindelijk genoegen moest nemen met de Vlaamse stemmencast. Of het voor Nederlanders even goed werkt in Vlaamse dub is moeilijk in te schatten, maar ik zou het toch maar eens proberen.
De Indringer (2005, Frank Van Mechelen) vond ik niet zoveel zaaks. De Bauw die weer zijn typische gepijnigde rolletje speelt in een plot dat clever wil zijn, maar eigenlijk gewoon met te veel toevalligheden aaneenhangt. Wel weer sfeervol gebruik van de Ardennen als unheimlich decor, maar meer vond ik er niet in. Als het dan toch een slechte plot in een sfeervolle omgeving mag zijn, dan liever Linkeroever.
Die Bluthochzeit (2005,Dominique Deruddere) is geen Belgische productie, maar wil ik toch hier vernoemen. Dat omdat de strip waarop het gebaseerd is (de one-shot de Bloedbruiloft van Van Hamme/Herrman), de regisseur en een drietal acteurs (Nand Buyl, Dirk Roothooft, Hilde van Mieghem) Belgisch zijn.
Waarschijnlijk is de film veel beter te verteren als je dat bronmateriaal niet kent, want de regie van Deruddere is best aardig. Alleen kende ik die strip wel en heb ik me geërgerd aan alle slappe wijzigingen. Zowat alles wat ik minder vond aan de strip werd behouden (vooral de overdaad aan personages, en de bijhorende oppervlakkigheid die daarmee gepaard gaat) en het gewelddadige van het uit de hand gelopen trouwfeest werd pijnlijk hard afgevlakt.
Altijd gevonden dat er een aardige Peckinpah-achtige film uit die strip had kunnen komen, maar helaas is het niet deze.
Binnenkort maar eens verder met Small Gods en nog wat meer Waals werk: Nue Propriété en wat van Lucas Belvaux (Cavale/ Un Couple épatant/ Après la vie/ La raison du plus faible). Belvaux’ nieuwste (Raft) zou ook de moeite zijn. Ook Les Barons van Brusselse debutant Nabil Ben Yadir heeft onlangs een prijsje gepakt en lijkt een commercieel succesje (
linkje) te gaan worden, dus misschien moet ik daar ook maar eens achteraan gaan.
En dan is er natuurlijk ook Dossier K nog, die verrassend goeie kritieken kreeg (had ik niet verwacht met Jan Verheyen aan het roer)
Genoeg keuze dus voor de volgende weken.