Als we nu eens beginnen met het op een rij zetten van een aantal cijfers. Wat vinden de IMDB bezoekers nou van beide films? Met een gemiddeld cijfer van 8,0 is de versie uit 1951 een vaste klant in de beroemde IMDB top 250, terwijl de remake uit 2008 met een gemiddelde van 5,5 dat toch net niet lijkt te halen. Ook de budgetten zijn een universum bij elkaar verwijderd. In 2008 had Scott Derrickson maar liefst 80 miljoen dollar tot zijn beschikking terwijl 57 jaar eerder Robert Wise het moest doen met "slechts" 1,2 miljoen dollar (9,3 miljoen dollar na inflatiecorrectie). Voor die 78,8 miljoen dollar krijgt de kijker maar liefst 12 minuten meer, 92 minuten in 1951 tegenover 104 minuten in 2008. Of we daar blij mee moeten zijn laat ik voor nu even in het midden.
Het vervoer:


Daar waar we in 1951 nog geconfronteerd werden met een echte vliegende schotel, krijgen we in 2008 een soort glazen bol voor"geschoteld". (pun intended) In het begin van beide films wordt eigenlijk de toon voor de gehele film gezet. Waar bij het origineel door middel van journaalbeelden de wereldwijde spanning fantastisch wordt opgebouwd, gooit de remake het over een heel andere boeg. Hier is een voorwerp ontdekt dat met een snelheid van maar liefst 30.000 kilometer per seconde op de aarde afkomt en dreigt in te slaan in Manhattan. Een groep wetenschappers wordt vervolgens bij elkaar gezocht om in de nasleep van de aanstaande ramp de boel weer op poten te zetten. Dan begaat de remake zijn eerste grote fout. Als het moment van inslag nadert worden deze wetenschappers per helikopter zo dicht mogelijk naar de toekomstige rampplek toegebracht. Alsof ze zeker wilden weten, dat al deze knappe koppen meteen het loodje zouden leggen. De traditionele aankomst van de vliegende schotel (in die tijd was 6.000 kilometer per uur al heel wat) in 1951 werkt wat dat betreft ook een stuk beter. De spanning was in ieder geval echt voelbaar, ook nadat het schip geland was. De keuze voor de mist in de remake vind ik in dat licht gezien ook geen sterke. Uiteraard ziet het ruimteschip er in 2008 een stuk beter uit, al vind ik dat er wellicht nog wel meer in gezeten had.
De Alien:

Als het schip dan eenmaal geland is, worden we geconfronteerd met de bezoeker van een andere planeet, Klaatu. Klaatu komt de aarde een boodschap brengen, de boodschap dat de mensheid moet veranderen, of anders vernietigd. In 1951 heeft de boodschap duidelijk een politieke lading, we staan aan het begin van de koude oorlog en de grootste dreiging van dat moment is een nucleaire oorlog. Omdat de bewoonde omringende planeten niet geconfronteerd willen worden met geweld van welke soort dan ook, worden preventieve maatregelen ten opzichte van de mensheid overwogen. In 2008 is de koude oorlog inmiddels afgelopen en krijgt de boodschap een wat andere lading. Nu dreigt de mensheid de wereld milieutechnisch om zeep te helpen en aangezien er maar een paar bewoonbare planeten in het heelal te vinden zijn kan dit niet geaccepteerd worden. Waar Michael Rennie, Klaatu neerzet als een vriendelijke man die eigenlijk de hele tijd het beste met de mensheid voorheeft, schotelt (ja, ja daar is hij weer), Keanu Reeves ons een behoorlijk emotieloze man voor, die het alleen op het allerlaatste wat kan schelen wat er met de mensheid gebeurt. Als hij dan het licht(?) ziet, komt het allemaal nogal ongeloofwaardig over. Waar Rennie overtuigt als begaan en geëvolueerd wezen, kreeg ik bij het zien van de koude Reeves (iets waar hij langzamerhand patent op heeft) grote twijfels bij het nut van zo’n soort evolutie.
The sidekick:

Een belangrijke rol in beide films is weggelegd voor de robot GORT. Dit is één van de weinige punten waarop de remake het origineel verslaat. Waar je in 1951 overduidelijk kon zien dat het een acteur in een pak (let vooral op de knieholtes) betreft, is GORT in 2008 een bijzonder indrukwekkende verschijning. Enorm groot en tevens verantwoordelijk voor de enorme destructie in het slot van de film is de GORT uit de remake één van de fenomenaalste filmmonsters die ik ooit in een film zag. Nu ik er op terugkijk had hij niet misstaan in de mega monster mash. Waar GORT in 1951 in toom te houden bleek door een simpel zinnetje, is hij in 2008 zo ontketend, in de vorm van allesetende insectrobotjes, dat alleen een uiterste opoffering van Klaatu hem tot staan kan brengen. Een EM-puls schakelt uiteindelijk het gevaar uit.
The Love-interest:

In beide films hebben de vrouwen maar een marginale inbreng. Ze dienen eigenlijk meer om Klaatu te laten zien dat de mensheid ook een goede kant heeft en de moeite waard is om voort te laten bestaan. In 1951 is Mrs. Benson een alleenstaande moeder van wie de vriend uiteindelijk verantwoordelijk is voor het in gevaar brengen van de aarde. In 2008 is Mrs. Benson een wetenschapper die toevalligerwijs gespecialiseerd is in buitenaards leven. Jennifer Connely als grote naam kan me in deze film nauwelijks boeien, terwijl Patricia Neal’s rol in 1951 niet genoeg om het lijf heeft om grote indruk te maken.
The Kid:

Het zoontje van Mrs. Helen Benson wordt in 1951 hartverwarmend vertolkt door Billy Gray. Vol met de onschuld van de jaren 50 en dito uitspraken. In 2008 wordt het zoontje, van wie de naam veranderd is van Bobby naar Jacob gespeeld door het zoontje van Will Smith, Jaden Smith. Dit was geen goede keus, wellicht had men moeten kijken naar de mogelijkheid om Billy Gray te vragen nog één keer in de rol van Bobby te kruipen, want een 70 jaar oude man had het beter en warmer gedaan. Nu kan Jaden Smith er natuurlijk ook niet alles aan doen, dat hij met een script is opgezadeld waarin men het nodig vond om een zijplotje over een in de oorlog overleden vader te proppen, waardoor het zo’n ontzettend irritant en vervelend kind is geworden.
The Scientist:

In het origineel van 1951 is het karakter professor Barnhardt overduidelijk gebaseerd op Albert Einstein. De rol wordt zonder al te veel poespas neergezet door Sam Jaffe. Erg veel invloed op het verhaal heeft de professor niet, behalve dat hij z’n collega wetenschappers zover krijgt naar Klaatu te luisteren. Dit valt echter allemaal een beetje weg in de gebeurtenissen rondom Klaatu, Helen Benson en GORT in de laatste 20 minuten. Hoewel zijn rol kleiner is, slaagt John Cleese er wel in om met een mooi gebrachte speech enigszins door te dringen tot Klaatu, die tot dit gesprek nog minder emoties heeft getoond dan GORT. Eigenlijk vanaf dit moment begint Klaatu in de remake in te zien, dat de mensheid wellicht toch nog te redden is.
Conclusie:
De bezoekers van imdb.com hebben het bij het rechte eind gehad. Het origineel is in dit geval vele malen beter dan de remake. De voornaamste reden hiervoor is het feit, dat de hoofdrolspelers in 1951 vele malen sympathieker zijn dan in 2008. De regeringsfunctionaris wilde in het origineel nog wel meewerken en z’n best doen, Kathy Bates werkt in de remake alleen maar tegen en ziet, hoe origineel, pas op het allerlaatste het licht. Keanu Reeves als Klaatu wekt voornamelijk weerzin en afkeer op, tegenover Michael Rennie, die er in slaagt om ondanks de waarschuwing die hij brengt de sympathie van de kijker voor zich weet te winnen. En daar waar Billy Gray ontwapenend is als de jonge Bobby en daarmee Klaatu tot inzicht brengt, wist Jaden Smith als Jacob me zover te krijgen, te hopen dat de mensheid uitgeroeid zou worden, zodat hij dan in ieder geval ook niet meer zou bestaan. Logischerwijs zijn de special effects in de remake vele malen beter dan die in het origineel, alleen daarom is het eigenlijk wonderbaarlijk dat Scott Derrickson er niet in geslaagd is in ieder geval te vermaken met deze remake. Uiteraard is het moeilijk en ondankbaar om een klassieker als The Day the Earth stood still opnieuw te verfilmen, maar deze remake behoort toch wel tot de matigste in z’n soort.
The Day the Earth stood still (1951) 8,5/10 -
The Day the Earth stood still (2008) 4/10